Slopende elfde etappe
Met drie uitvallers bij de trucks was het gisteren een slopende dag voor de Nederlandse Dakarlegioen. De dagzege ging naar de Rus Karginov. Hans Stacey werd tweede.
Stacey lag lange tijd aan kop maar onverwachte pech gooit roet in het eten. Stacey: Na 50 kilometer moesten we een wade door, een rivierbedding die in het routeboek staat aangegeven als niet al te moeilijk. Er leek niets te gebeuren maar ineens staat het stuur haaks in de cabine. Monteur Bernard zijn eerste reactie was ‘een lekke band’ maar doordat we direct op het camerasysteem konden kijken zagen we een gebroken veerblad op de linker vooras.” Ondanks het euvel weet het team toch de tweede plek te veroveren.
Uitvallers
Voor Ginafcoureur Richard Huzink was het gisteren een zwarte dag. Het team dook met een snelheid van 120 kilometer per uur in een afgrond die niet goed beschreven stond in het roadbook. De truck raakte hierdoor onherstelbaar beschadigd. Hiermee is het over en uit voor de Overijsselse ondernemer, die de dag ervoor al moest toezien hoe zijn broer Gert uitgeschakeld werd.
Andere uitvallers waren het Afrajateam Frans van Lankveld, dat door problemen in etappe tien in de woestijn moest overnachten en zodoende te laat aankwam in het bivak. Gerard Wessels viel uit omdat hij etappe tien niet binnen de gestelde tijd volbracht na eveneens een pechgeval.
Mammoet Rallysport
Ginaf coureur Martin van den Brink weet zijn positie constant te houden. Hij finishte met zijn 950 pk sterke truck wederom als dertiende. “Vandaag ging het eigenlijk heel goed. De auto was helemaal prima, maar we hadden wel weer ontzettend veel keien op de weg,” legt Van den Brink uit. “Daarnaast hadden we ook veel last van stof… Zo erg, dat we soms even moesten stoppen om weer wat te kunnen zien.” Het stof resulteerde er uiteindelijk in dat een van de banden zo hard op een steen reed, dat die vervangen moest worden. “Daar hebben we ongeveer 25 minuten mee verloren. Dat is ergens jammer, want anders was ik zesde geweest. Ondanks die band ben ik wel tevreden”, aldus de sportman.
